Tel: +31 (0) 497 332020 | Email: sales@henderson.nl
Regio: NL
Tel: +31 (0) 497 332020 | Email: sales@henderson.nl
In geval van twijfel of vragen over deze richtlijnen kunt u met ons contact opnemen, +31 (0) 0497 33 20 20 of sales@henderson.nl
Rail
Houdt de rail vrij van belemmeringen en overmatig vuil/water.
Wanneer de rail wordt gemonteerd in een “natte” omgeving (havens e.d.) dient men de grond, waar de rail wordt gemonteerd, van een waterafvoer te voorzien.
In een omgeving met een hoge corrosiegevoeligheid (kustlijn e.d.) moet men regelmatig de blootgestelde delen van de gegalvaniseerde rail verven en behandelen met roestbeschermer. We bevelen dit niet aan bij “spoorweg-vormige” onderlopende railsystemen. De beste bescherming is om de deur regelmatig te bewegen en de rail eventueel in te vetten.
Bovengeleiding
Bovengeleiders en bovengeleiderails moeten schon en vrij van belemmeringen zijn.
De loopvlakken moeten iedere 6 maanden gesmeerd worden, of vaker bij zeer frequent gebruik.
De assen van de geleiderollen moeten iedere 6 maanden geolied en gesmeerd worden.
Guide rollers and guide channel must be kept clean and free of obstructions.
Running surfaces must be greased every six months or more frequently, depending on use.
Guide roller spindles must be oiled and greased every six months.
Onderrollen
Onderrollen die een smeernippel hebben, moeten iedere 6 maanden gesmeerd worden. In omgevingen met een hoge temperatuur of daar waar de deur zeer vaak open gaat, moet dit vaker gebeuren. Onderrollen zonder smeernippel hebben zelfsmerende naald/ of kogellagers die geen verder onderhoud nodig hebben.
Onderrollen die worden gebruikt in een zeer vuile of corrosiegevoelige omgeving moeten d.m.v. een beschermkap worden beschermd.
De ketting (-spanning) en de transmissie bij aangedreven looprollen (Sterling 3600 and 8000) moeten iedere 6 maanden gesmeerd en gecontroleerd worden. De beschermkappen moeten correct worden teruggeplaatst.
Algemeen
Controleer iedere 6 maanden de bevestigingsschroeven op los draaien, als ook de bevestigingspunten bij de raildragers.
Controleer alle bewegende delen op slijtage en smeer deze indien nodig. Bij buitensporige slijtage dienen deze te worden vervangen.